Koen Voors

Koen Voors

Co-host De Muziekbrief

De brief van deze week is geschreven door Koen. Koen houdt van muziek, ouderwetse gezelligheid en de vreemdere dingen in het leven. Toen hij besloot om met Marc te gaan samenwerken, wist hij dat hier iets moois uit kon komen.

Laat je meevoeren door Koen zijn voorlezen terwijl de nummers op de achtergrond spelen, of lees de brief hier zelf speel de nummers geheel af—je vindt de nummers in de Spotify afspeellijst hieronder.

Lieve Marc,

Een brief had ik verwacht, een meesterwerk niet. Misschien klinkt dat wat overdreven emotioneel, maar ik merkte dat jouw brief voor mij een beetje voelde als dat gratis kopje koffie van de IKEA: een welkome troost in een troosteloze wereld. Misschien is ook dat wat overdreven gesteld, maar vind het gewoon heel leuk om wat af te mijmeren met je merk ik. Ik zit hier bij het schrijven met een kater die meer dan de helft van een vierpersoons-bank in beslag neemt. Geen zorgen! De aaislaaf is zijn taak nog niet vergeten en zal geregeld Jip een aai geven, maar ik tik er wel even vrolijk op los.

Laat ik beginnen door te zeggen dat ik denk zelf per ongeluk een handhaver blijk te zijn van een norm. Recreatieve drugs stonden in mijn brief teveel gelijk aan vrijheid en het ontsnappen aan de werkelijkheid. Afzetten van de norm is immers ook het spannende opzoeken, hopen, naïviteit hebben dat er wel een meisje is dat een hersencel heeft dat alleen maar aan mij denkt. Maar dat betekent niet dat die drugs automatisch de enige manieren tot zorgeloosheid te zijn. Dat is ook Netflix, muziek luisteren, dat is ook Gamen, maar ook koken en een brief schrijven aan een vriend. Het kwam door de koppeling van je over Woodstock, het feit dat daar drugs zo wijdverspreid werd gebruikt dat het een norm werd. Oftewel, als een soort Big Brother slaaf, neem je je middeltje en je bent gelukkig net als iedereen ‘one of us, one of us…’. Tenminste ik hoop dat dat enigszins het punt was dat je wilde maken. Ik ben het er in ieder geval mee eens.

(start ‘Vogelvrij’ – Jules Deelder; van 00:08 tot 0:55)

Niets te willen, niets te weten, niets te moeten dan er zijn. Dat is dan toch eigenlijk wat een mens wil, toch Marc? Niet opgeslokt worden door alles wat er is, niet mee hoeven gaan naar de IKEA omwille van ‘gezellig een kopje koffie’, want laten we eerlijk zijn: het is en blijft een populair uitje om eenvoudigweg te struinen door de IKEA, te zien wat er allemaal is en je in de tussentijd af te vragen hoe in godsnaam zoveel anderen mensen ook die dag hadden besloten naar de IKEA te gaan. Ik dwaal af. Word erin gezogen.

Ondertussen vliegt Jules Deelder Als een vogel door de hemel. Hoog boven all het anderen, hoeft hij het alleen maar te aanschouwen, hoeft er niks mee te doen en niets van te weten, alleen zien. Boven hem een peilloos niets, prima. Ook hierover maakt de vrije vogel zich geen zorgen. Is niet bezig met wat daar kan zijn en wat de impact kan zijn, gewoon vliegen zoals hij zelf wil. Begin steeds meer overeenkomsten te zien met The Small Faces van de eerste brief. Alleen is het middel, dromen, wel echt onschuldig en alleen maar aan te moedigen.  

(start ”Vogelvrij’ – Jules Deelder; 1:42-2:30) 

Nu moet ik, voor ik iets anders nog ga zeggen over het nummer en vrijheid, toch eerst zeggen dat Jules Deelder mij van kinds af aan interesseerde. Ik denk dat het door zijn bril kwam, die ik als kind bestempelde als van een soort die alleen vrouwen zouden mogen dragen. En terwijl ik z’n Rotterdams niet begreep en te jong was voor zijn poëzie, was dat uiterlijk intrigerend. Hij deed gewoon zijn ding en liet de rest de rest. EN DE MAN HEEFT DUS OOK NOG JAZZ GEMAAKT, NOW THAT IS COOL. Hier hebben we echt te maken met een Free Bird, een vrije gast, iemand die door het leven laveert hoe hij het wil. En hij zegt ook dat het he, Marc, dat vrije. Want soms heeft Jules dus ook dat vogelvrije gevoel terwijl hij wel degelijk wakker is. Dan hoeft hij ook niet mee te doen maar alleen te mijmeren over ‘hoe alles stroomt’.

Er is dus nog hoop. Maar dan zit ik denk ik al wel met het probleem dat ik niet eens enigszins in de buurt kom van wie Jules Deelder was en zijn werk. Want ik snap dat die Rotterdamse vogel, wel echt vogelvrij was.

(Idealiter start je hier Eigen huis)

Misschien is het daarom beter om niet altijd te dromen over het leven en hoe het kan zijn, maar ook te relativeren, beetje anders te kijken naar het leven, beetje cynisme misschien dan ook wel…

(start ”Eigen Huis’ – Stippenlift; 00:11-00:26)

Klinkt goed toch? Klinkt lekker flex, lekker doen hoe je het wil (dit over het geluid van het herschilderen/overspuiten van het huis).

(start ”Eigen Huis’ – Stippenlift; 0:34-0:52)

Een eigen huis maar dan door Stippenlift geherinterpreteerd als een depressief nummer. Het lijkt een mooi nummer, waarin het positieve van het leven centraal staat. Een wereld wordt geschetst dat, zeker voor 1988 begrippen, alles goed in gaat. De zanger heeft alles voor elkaar toch? En  ‘Daar pakken ze je’, stelt Stippenlift in een interview.  Er is immers elke keer die gedachte dat hij liever simpelweg gelukkig was. Deze gedachte van Stippenlift is al prikkelend als je het nummer dan herbeluisterd: een eigen huis is immers een populair nummer dat menig mens mee zing en uit zijn of haar hoofd kent. Tegelijkertijd is het niet een negatief of beladen blues nummer. Zou persoonlijk Rene Froger, de Originele artiest van dit levenslied, ook niet direct bestempelen als een man die ermee bezig is.

 

Maar dan ga je er op letten en dan vallen ook kleinere dingen op. De wisseling tussen de onderwerpen die langskomen, mijn favoriet is de opvolging ‘nooit een tekort aan liefde’ hebben aan op de aanschaf van een nieuwe videorecorder, laat zien dat er gevoel mist van geluk, een gevoel is van misschatting als het gaat om waarde, een gevoel van onvrede, het feit dat je het niet moet zoeken in die dingen. Je kan die beter halen uit kleine dingen, op zoek gaan naar de zaken die meer alledaags zijn. God, ga ik nou weer de naive kant van Lucky op? Ga ik nou weer denken dat het allemaal mooier kan zijn dan het eigenlijk is? GA IK NOU WEER DOOR OVER DIE HERSENCEL? MARC. IK WEET TOCH DAT HET MOET ZIJN? DAT EEN MEISJE ZO VERLIEFD OP ME KAN ZIJN? IN DE DISNEY FILMS WAS DAT ALTIJD AL ZO.

(start ‘Ballad of Easy Rider’- The Byrds)

Misschien ben ik ook wel een te romantisch ingesteld mens. Dagdromend over wat er is en wat er komen gaat. Ik denk steeds dat het nog anders kan en dat ik mee kan stromen met het leven en, door open te staan hiervoor, ergens anders te belanden.

(start ‘Ballad of Easy Rider’- The Byrds; 00:11-0:36

Easy Rider, een film die in de jaren 70 een gigantische impact had op het idee van vrijheid. We volgen twee motorrijders die door het Westen van de Verenigde staten toeren. Op zoek naar vrijheid. maar in wezen is de film een ode aan de vrijheid, wat wordt weerspiegeld in het weidse landschap van de VS waar de twee doorheen rijden. De rest van het verhaal van de film is een iets andere boodschap, de twee motorrijders komen erachter dat het wel tegenvalt. Uiteindelijk zien zij dat er toch conformiteit moet zijn, door in een bepaalde subcultuur of groepering te zitten, wil men overleven.

Grappig hoe de film alsnog als HET voorbeeld van vrijheid staat en nog steeds een voorbeeld van vrijheid en individualiteit  is voor velen.

(start ‘Ballad of Easy Rider’- The Byrds; 1:08-1:27)

Ik hoef misschien niet zozeer boven alles te vliegen, los van het geheel. Ook dat gedoe van een ‘eigen huis’ hoef ik nog niet. Ik kan me meer vinden in het beeld dat the Byrds hier neerzetten. Meebewegen met de rivier, we zien wel waar de stroming ons brengt, welk andere stadje we terechtkomen en wat daar dan weer is. Als ik eerlijk ben denk ik dat ik dat vooral lekker vind omdat ik dan niets hoef te doen, eigenlijk dan dus als een vogel, vrij kan vliegen boven alles en me niet hoeven te bemoeien wat er is. Misschien meer als een naïeve motorrijder in het westen van de Verenigde Staten, of een vis in het water. Op zich wel grappig dat the Byrds dus geen vogels maar vissen bij me oproepen.

Ik heb echt geen idee nu of ik je brief wel heb beantwoord zoals je het misschien had verwacht of gehoopt. Misschien heb ik vooral vragen bij je opgewekt. Naja daar moet je het dan maar mee doen Marc, want ik moest deze nummers even kwijt. Ben vooral blij dat ik weer wat mocht delen met jou en natuurlijk de luisteraars. Ik zie je brief, monoloog, voice-memo, je stem en muziek, tegemoet. Tot die tijd zal ik wegdromen van een vrij bestaan.

Liefs,
Koen