Marc Lamain

Marc Lamain

Co-host De Muziekbrief

De brief van deze week is geschreven door Marc. Marc heeft er een handje van iets te grote onderwerpen aan te snijden, en zich vervolgens in de knoop te praten. Gelukkig gooit ‘ie er nog aardige muziek tussendoor.

Laat je meevoeren door Marc zijn voorlezen terwijl de nummers op de achtergrond spelen, of lees de brief hier zelf speel de nummers geheel af—je vindt de nummers in de Spotify afspeellijst hieronder.

Lieve Koen,

Bedankt voor je brief—of eigenlijk: je spraakmemo of voicemail—; ik heb met plezier naar je gemijmer geluisterd. En, niet allerminst, heb je me gemotiveerd om jou ook te schrijven en toe te spreken. Je hebt me aan het denken gezet over de norm die we onszelf opleggen, en tot welke oorden en middelen we ons richten om ons ervan af te leiden. En dat allemaal doordat ik een keer zin had in een kop koffie… Maar daar kom ik nog wel op. Laat ik aan het begin beginnen.

In je brief heb je het uitgebreid gehad over drugs, om precies te zijn: recreatief drugsgebruik. In eerste instantie dacht ik bij het beluisteren, dat ik daar lastig op aanhaken kon, omdat ik op het gebied van drugsgebruik weinig buiten de gebaande paden van alcohol en een sporadisch sigaretje of sigaartje treedt. Maar ik herken wel wat je deelt. Recreatief drugsgebruik is veranderd. Zoals jij het verwoord is daarin de aanwijsbare tendens dat drugsgebruik in de jaren 60 van The Small Faces en The Rolling Stones nog ging over niet-conformeren, en dat het nu de norm is geworden; dat drugs gebruiken tegenwoordig vaker juist conformeren is. Dat is in ieder geval hoe ik je begrepen heb, en ik denk dat het niet klopt—hetzij mijn begrijpen, hetzij jouw bedoeling.

Tussen de hippies van Woodstock zullen toch echt drugs-schuchtere jongens en meisjes hebben gezeten, die uit de behoefte om onderdeel van het moment en de beweging te zijn, een hijsje hebben genomen. Misschien ging drugsgebruik onder de rebellen van de jaren 60 op individueel vlak juist wel over erbij horen, omdat het één van de typerende aspecten van de beweging ten opzichte van de dominante cultuur was. Misschien was het conformeren aan het niet-conformeren. Ik weet het niet, maar ik kan het me wel voorstellen. Vooral als ik Joni Mitchell’s op Woodstock geïnspireerde nummer beluister: Woodstock. Het saamhorigheidsgevoel is groot. Verrek, het klinkt magisch; waarschijnlijk had ik me ook aan een hijsje gewaagd, en misschien zelfs aan de LSD, om het vervolgens net als Jagger, later te ontkennen.

[3:40] Joni Mitchel—Woodstock

We are stardust
Billion year old carbon
We are golden
Caught in the devil’s bargain
And we’ve got to get ourselves
Back to the garden

[4:10]

Conformeren en niet-conformeren daargelaten, benoem je iets anders dat voor deze tijd waarschijnlijk nog belangrijker is, en dat het specifieke van recreatief drugsgebruik overstijgt: de norm. Je bent er ook erg duidelijk over: als het aan jou ligt, doen we er niet aan. Het ‘doorloop je studie, fiks een baan, krijg snel promotie, ga voor de lease-bak, koop een huis,’ en al helemaal die leugen waar het mee gepaard gaat: dat je het leven dan op orde hebt en je je niet zo’n zorgen hoeft te maken. Ik snap je, maar laten we wel wezen: het zou een heerlijke deal zijn: “Als je dit pad doorloopt, dat al helemaal voor je klaarstaat—want zo is de samenleving ingericht—dan hoef je maar een jaar of tien je best te doen, en de rest gaat vanzelf.” We weten alleen beter. Iedereen weet beter dan dat, toch? Kom op, als de IKEA je gratis koffie geeft zodra je gratis een IKEA Family kaart aanvraagt, met daar bovenop nog speciale aanbiedingen en een lekkere vegetarische hotdog, dan gaat er toch ook een alarmbelletje af? Een deal die te mooi is om waar te wezen, is vaak… Precies: te mooi. En toch heb ik iedere dag die kaart van de IKEA bij me. Allereerst weet ik dat ze waarschijnlijk over tijd meer aan me gaan verdienen, dan ze hadden gedaan zonder die kaart, omdat ik me nu als klant gebonden voel aan de multinational van heb ik jou daar. Daarnaast weet ik ook dat ik de gemiddelde dag niet in een IKEA kom, dus dat ik die kaart nutteloos bij me draag, maar ja, ik zou maar op een dag een IKEA inslenteren en m’n kaart niet bij me hebben… Nou ja, dan verandert er eigenlijk niets, ook daar heeft IKEA voor gezorgd, maar gevoelsmatig kan dat niet, en dat is nou precies het punt: in m’n hoofd hebben de IKEA en ik een band, en dat komt allemaal doordat ik een keer gratis koffie wilde hebben.

Ik denk dat veel mensen op diezelfde manier voor de leugen van een leven zonder zorgen vielen. Ze slenterden één middag iets te lang rond in een veel te grote winkel, kregen, naast zin in een kop koffie, waanzinnige behoefte aan het niet hebben van zorgen, en van het ene op het andere moment stonden ze in de rij voor de leugen. Maar als wij het erover eens zijn dat die nieuwe norm een leugen is, kunnen we het dan ook hebben over een waarheid die daar tegenover staat? Een artiest die ons daar allicht in kan bijstaan is Lucky Fonz III.

[0:35] Lucky Fonz III—Leugens

Allemaal hebben ze leugens verteld,
denk om je cijfers, denk om je geld,
ik heb m’n best gedaan, ik leek verdomme wel gestoord,
maar wat heb ik eraan als ik opgeblazen wordt?

[0:48]

Lucky zingt over leugens en over opgeblazen worden. Dat laatste is misschien een beetje een twist, maar hij herkent in ieder geval de leugen, die wij ook zien. En later in het nummer wordt er meer duidelijk over dat opgeblazen worden: hij voert een monoloog tegen een terrorist die naast hem in de trein zit, en de boel wil opblazen. Waar de monoloog in eerste instantie een donderpreek is over egocentrisme, komt Lucky tijdens de toespraak ergens achter dat het tij zou moeten kunnen keren, en misschien kan het geheim dat hij deelt, ook tegengewicht bieden tegen de leugen van een zorgeloos leven waar jij het in je brief over had.

[2:28] Lucky Fonz III—Leugens

Ik ga het met je delen, want dit is het moment
Want wat heb je aan geheimen als je opgeblazen bent?
En weet je wat het is en beter luister je nu wel
Er zijn mooiere manieren om te spelen met het spel
Er zijn mazen in de wetten van cultuur en de natuur
Er zijn bussen naar een ander leven ieder half uur
En ook al lijken ze onzichtbaar ook al lijken ze soms klein
Er liggen goden aan je voeten op ieder straat en ieder plein
En ieder meisje heeft een hersencel die puur en alleen bestaat
Om te denken aan jouw ogen en de letters van jouw naam
En alles wat je neuriet zingt een ander ergens mee
En de liefde van je leven zit hier in de coupé

[3:06]

De lijn in deze heerlijke opsomming is denk ik tweeledig. Het eerste, het aangrijpen van kansen, lijkt denk ik op wat jij in je brief verwoorde als: durven sprongen maken. Ik denk dat daar veel in zit, hoewel ik ook denk dat dat makkelijker gezegd dan gedaan is. Een sprong in het diepe durven nemen, daar heb je vertrouwen voor nodig, en vertrouwen is iets wat helaas niet iedereen is toebedeeld: vertrouwen in de wereld, in je omgeving, in jezelf—het is nog best veel gevraagd. En ik vrees dat het tweede uit Lucky’s lijstje ook niet voor iedereen is weggelegd: naïviteit. Ik dacht eerst dat Lucky zong over genieten van de kleine dingen, maar de kleine dingen die hij noemt, zijn fictief. Ik wil je de verwondering niet gelijk ontnemen Koen, maar het is niet waar dat ieder meisje een hersencel heeft die alleen denkt aan jouw ogen en jouw naam. En hoewel ik het een prachtige gedachte vindt, zingt er niet altijd iemand mee met wat ik neurie. En toch heeft de beste kerel denk ik gelijk. Je moet leven alsof de liefde van je leven in dezelfde coupé zit; je moet het goede van het leven blijven verwachten.

Hoezeer ik dit nummer ook koester, en hoezeer ik die gedachte van het koesteren van naïviteit ook bewonder, kan ik het ook niet laten om te benoemen hoe ironisch die conclusie voor het nummer is. Het nummer vangt aan met teleurstelling in het leven en woede over de leugens die worden verteld en Lucky Fonz spreekt de luisteraar en de fictieve terrorist bemoedigend aan, door kleine leugens voor te houden… De vraag wat het betekent dat de zanger zich genoodzaakt voelt om een leugen op te lossen met andere leugens, laat ik voor nu even links liggen. Het is ook wel veel gevraagd van een artiest om niet alleen maatschappijkritiek te leveren, maar om ook gelijk met een oplossing te komen. En als er een klinkklare waarheid voor het leven om handen zou zijn, dan zaten we natuurlijk niet in onze huidige situatie. Ik weet zeker dat jij en ik als historici, politicoloog en theoloog nu een hele briefwisseling van wal kunnen steken over hoe die er natuurlijk ooit was. Althans, hoe verschillende delen van de samenleving, elk in hun eigen zuil, weldegelijk met een zekere mate van eendracht ten opzichte van de waarheid voor het leven stonden. Maar laten we dat niet doen. Laat me de leugen van het zorgeloze leven daarentegen wel in dat kader plaatsen. Want waar het makkelijk is om die belofte nu als leugen te zien, in een samenleving waar er niet zoiets is als sociale zekerheden, was het te bewandelen pad in het verleden voor veel mensen een langdurig initiatieritueel waarmee een plekje in een deelcultuur, in een sociaal vangnet, werd verkregen. Voor de meeste mensen is daarvan alleen het ritueel overgebleven, en is de initiatie weggevallen. Het is gevoelsmatig tot een lege huls geworden…

[0:12] Spinvis—Oktober

God, wat een dag
God, wat een dag
Het verkeer heel de tijd
Als je wist het gezeur
Hoe dan ook
‘t is weer gebeurd

[0:29]

En toch blijven we elkaar vertellen dat dat het pad is: studie, baan, huis, rust. En als je dat pad bewandelt zonder intrinsieke motivatie, zonder dat pad an sich de moeite waard te vinden, dan kom je misschien niet altijd bij drugs uit, maar de behoefte aan afleiding groeit wel. En daar kunnen drugs een handje bij helpen—waarvan denk ik toch nog steeds alcohol hoog in het lijstje staat—maar ook het eindeloze aanbod van Netflix, Instagram en Youtube slokken je met plezier even op. En daar voeg ik met een hand op mijn hart videospellen aan toe. Nu lijkt afleiding me niet per definitie een probleem. Dingen die onze gedachten, tijd en energie even afleiden van ons dagelijkse leven, helpen ook het dagdagelijkse te relativeren, en dragen er aan bij dat de hectiek van alledag ons niet opslokt. Het lijkt mij dat dat laatste, het niet opgeslokt worden, de kern is. Ik deel het in bescheidenheid, en ben heel benieuwd hoe jij het ziet, maar ik denk dat investeren in je dagelijkse leven en het jezelf (laten) afleiden, allebei nodig zijn om te voorkomen dat je door het een of het ander wordt opgeslokt, en om te zorgen dat je blijft reflecteren. Dat is ook de balans die ik hoor in Oktober van Spinvis.

[1:45] Spinvis—Oktober

Er is zoveel te doen
Ik heb zoveel te doen
Ik heb ook zoveel beloofd
Prik een dag
Schrijf het op
Ga akkoord
Lees een boek, onthou geen woord

[2:04]

In het nummer wisselen de hectiek van alle dag, haast willekeurige opmerkingen en reflecties op het leven elkaar voortdurend af: van ‘prik een dag’, en ‘iemand heeft hier net zo’n auto als jij’ tot ‘mijn cynisme verdween, ik word stil, ik word milder’… Wat denk jij? Kan het de kunst van het leven zijn om te zorgen dat je dagen hebt waarop je hoofd en gevoel zo van hot naar her springen als hier? Is die onrust iets dat rust op de lange termijn aanduidt? Het lijkt me een onbeheersbare balanceer-act. En zou al het schipperen en balanceren uiteindelijk het zorgenvrije leven waard zijn? De ik-persoon uit Oktober vindt van niet, bezat zich flink, en sluit schijnbaar tevreden af…

[2:30] Spinvis—Oktober

Maar donderdagnacht ging het wel even mis
Het werd alweer licht in de straat
En ik dronk, en ik dronk, heel de tijd
Je had er bij moeten zijn

[2:43]

Koen, wat ben ik blij dat ik een brief terug mag verwachten, want je merkt het: hier ga ik een monoloog niet uitkomen. Ik kijk uit naar je stem, en hoor je snel.

Liefs,
Marc