Marc lamain
Co-host De Muziekbrief
De brief van deze week is geschreven door Marc. Marc gaat deze week los over vakantie en wiskunde. Gelukkig gooit ‘ie er nog aardige muziek tussendoor.
Laat je meevoeren door Marc zijn voorlezen terwijl de nummers op de achtergrond spelen, of lees de brief hier zelf speel de nummers geheel af—je vindt de nummers in de Spotify afspeellijst hieronder.
Lieve Koen,
Je wijst me terecht op het romantiseren van hoe-het-vroeger-was, of in ieder geval: op het ietwat uitgebreid badderen in het verleden. Ik ben blij dat je daar desalniettemin een briefje aan mee hebt gedaan. En wat een einde: Charles Trenet met La Mer. Ik ken je ouders niet, maar het beeld van een jonge Koen die met zijn MP3-spelertje op de achterbank het verboden nummer draait, genietend van het Franse Normandië, zie ik zeker voor me. Prachtig. In jouw woorden gaf dit moment je ‘het gevoel dat je leven met de zee op de achtergrond wel goed komt’. Een zorgenvrij momentje. En daarbij begon je je brief ook nog met ‘Some Day Like This’ van Elbow, met een soortgelijke anekdote: Jasmijn en jij in de auto, doorbrekende zon, en genadeloos toepasselijke muziek. De auto, de zon en de muziek lijken een terugkerend thema te zijn. Laat mij daarbij aanhaken.
[0:00-0:16] ‘Guajira en F’— Buena Vista Social Club
Het was de zomer van 2017 en Thirza en ik zaten op de achterbank bij een bevriend stel. Althans, Thirza en haar vriendin waren bevriend, hun vriendjes, waaronder ikzelf, kenden elkaar tot een paar dagen daarvoor niet. Al eerder waren we naar Slovenië gereden, waar we los van elkaar een appartementje in Ljubljana geboekt hadden. Zij trokken voornamelijk het land in, om in de prachtige bossen die het land rijk is te wandelen. Wij vertoefden hoofdzakelijk in de stad—zonder rijbewijs kom je niet ver. Maar een paar dagen zouden we samen op pad gaan, en vandaag was zo’n dag. Slovenië ligt grotendeels ingesloten tussen… Kroatië, Italië en Oostenrijk—als ik me niet vergis—en heeft daarom op één strookje na, geen kust. Hoewel we niet goed wisten wat het stukje kust dat er was, te bieden had, besloten we er hoe dan ook heen te gaan: kust is kust, en voor menig Nederlander staat strand gelijk aan vakantie, dus waarom zouden we niet gaan?
Zoals ik al schreef, is Slovenië een prachtig bebost land, en daar kan ik op aanvullen dat daar waar geen bos ligt, berg ligt, of heuvelachtig grasland. Misschien ben je er ooit geweest, en omschrijf ik meer dan nodig. Zo niet: stel je Oostenrijk voor. Gedurende de ochtend—een vrij lange ochtend—reden we door dit landschap, en zoals je je wel voor kunt stellen ontstond er onuitgesproken enige scepsis over deze kust. In de auto begon ik al te oreren over hoe ik eens aan de kust van Bosnië Herzegovina was—wat enigszins overdreven was: ik reed erlangs in een Eurolines bus—en dat we misschien maar niet te veel van de Sloveense kust moesten voorstellen: in Bosnië Herzegovina lag alleen een havenstad, en viel weinig te beleven, wie weet gold hetzelfde voor Slovenië. Toch stelden we het avontuur wel op prijs, en besloten we door te rijden: we zien wel wat we tegen komen. Het was de moeite waard.
Ik weet niet meer precies wat de volgorde was: zagen we de zee eerst, of was het de zon die doorbrak, of was het de Cubaanse muziek die alvast de toon zette? Wie zal het zeggen. In ieder geval keken we bij zonnig weer, met de ramen van de Subaru open, van hoog boven de zee, uit op een grandioos aanzicht. De zee! En hoe! We konden het met niets van wat we kenden van Slovenië vergelijken; het was eerder Italiaans of Kroatisch—wat op zich logisch klinkt. Maar dat moment werd mede mogelijk gemaakt door Buena Vista Social Club. Zonder was het vast ook een mooi moment geweest, maar het maakte het af. Inmiddels zijn de eerste zonnestralen op zijn Pavlovs in mijn hoofd verbonden aan de Buena Vista Social Club.
[2:09-2:35] ‘Guajira en F’— Buena Vista Social Club
Ik vind het gevoel dat je als kind had bij het luisteren naar La Mer interessant: “… het gevoel dat je leven met de zee op de achtergrond wel goed komt.” Is dat het vogelvrij zijn? Is dit in de woorden van Jules Deelder ‘niets te willen, niets te weten, niets te moeten dan er zijn’? Of is het misschien dat genoeg waar ik het in mijn vorige brief over had. Is dat uitkijken over de zee met je MP3-speler in je knuistjes net als het eten van een fastfoodbroodje met je moeder, genoeg? Ik heb nog een suggestie en dan is het ook weer mooi geweest. Is het jezelf ergens in verliezen tot niets er nog toe doet, misschien zelfs dat waar je jezelf in verliest, niet? Alles is gewoon.
[0:00-0:12] ‘Parallel Lines’ – Kings of Convenience
Zonnestralen staan voor mij gelijk aan Buena Vista Social Club. Dat merk ik dat jaar ook weer—wat wordt versterkt door een sporadisch gevoel van op vakantie zijn, doordat ik kortgeleden verhuisd ben. Zo’n verbinding tussen muziek en… iets anders, heb ik in één geval nog sterker. Ik vermoed dat het wat vreemd klinkt, maar het ‘jezelf verliezen’ en muziek komen voor mij samen in het videospel Minecraft en de muziek van Kings of Convenience.
[0:44] ‘Parallel Lines’ – Kings of Convenience
What’s the immaterial substance
That envelopes two
That one perceives as hunger
And the other as food
I awake in tangled covers
To a sash of snow
You dream in a cartoon garden
I could never know[1:28]
Zoals je wel weet ligt mijn achtergrond, ondanks mijn geesteswetenschappelijke escapades in Amsterdam, in de bèta-hoek. Op het Bonhoeffer College in Enschede volgde ik de richting Technasium, viel mijn oog op de opleiding Bouwkunde—die uiteindelijk het onderspit delfde ten opzichte van Theologie—en schreef ik mijn meesterproef—wat niet-techneuten kennen als het profielwerkstuk—over ruimtevaart. In dat plaatje misstaat het slijten van menig avond en weekenddag in een Minecraft-wereld niet. Ik weet niet of jij je er ooit aan gewaagd hebt, maar het komt erop neer dat je als karakter ronddwaalt in een verpixelde wereld die volledig uit blokken bestaat—een soort lego, dus. Je kunt kiezen om die wereld te verkennen, om met allerlei blokkige wezens te vechten, maar ook om te bouwen. De mogelijkheden zijn oneindig en dat maakt dan ook dat je je prima in zo’n wereld kunt verliezen.
Mijn eerste tientallen uren in Minecraft vielen samen met de ontdekking van Kings of Convenience. Het is lastig een ontdekking te noemen—zoals meestal het geval is—aangezien het duo hun laatste van drie albums al geruime tijd had uitgegeven, en ik er simpelweg door mijn zus op gewezen werd, maar voor mij waren het vredige-maar-ietwat-onheilspellende gitaargepluk en de dubbelstemmige mantra’s, nieuw. Ik denk dat ik de teksten ook prikkelend vond. Vooral het wiskundig klinkende mantra in Parallel Lines had iets… Het had iets. Maar wat?
[3:12] ‘Parallel Lines’ – Kings of Convenience
Parallel lines, move so fast
Toward the same point
Infinity is as near as it is far
[3:40]
Wiskundig gezien klopt er niets van. Lijnen die parallel zijn aan elkaar kunnen alleen een punt delen als de lijnen volledig samenvallen, en de vraag is of je nog van twee verschillende lijnen kunt spreken als ze samenvallen. En toch klopt het. Niet wiskundig, maar het klopt wel met de opening van het nummer. De ik vraagt zich daarin af wat twee mensen eigenlijk verbindt, of er een ‘immaterial substance’ is die twee mensen bijeenhoudt. Daarna wordt gezongen van ontwaken uit een onrustige slaap, en een afstand voelen ten opzichte van de persoon met wie het bed wordt gedeeld, omdat diens dromen een eeuwige onbekende zijn. Ik denk dus dat Kings of Convenience zingen over het voelen van een diepe band met iemand en het tegelijkertijd ervaren van een afstand. In die context is het idee van lijnen die parallel aan elkaar lopen, die zelfs geheel samenvallen, en toch twee losse lijnen zijn, wel treffend: in theorie vallen ze samen, en toch is er afstand.
En hier heeft het duo dus een handje van. Ze trekken me er helemaal in. Terwijl ik als tiener eindeloze zeeën verkende in een blokkig bootje en bouwwerken bouwde waar ik op school al de ontwerpen voor had uitgedacht, dwaalde mijn hoofd in het gepingel en de quasi-diepzinnige teksten van de ‘koningen van gemak’. En dat beviel me wel. Het bevalt me nog steeds, eigenlijk. Zo nu en dan passeert Minecraft weer de revue—ik heb het nog geen jaar geleden ook maar eens legaal gedownload—en telkens hoor ik Kings of Convenience, zonder dat het perse aanstaat.
Ik hoop dat ik onze voortgang in wat ik inmiddels de zoektocht naar zorgenvrij zijn wil noemen, nu niet nog verder bemoeilijk. Tot nog toe opper ik elke brief wel weer wat nieuws, en inmiddels realiseer ik me dat ik van jou ook niet alle antwoorden kan verwachten. Ik wil daarom, om ook nog eens een constructieve bijdrage aan ons gesprek te leveren, nog één nummer delen. Toen ik het deze week hoorde vroeg ik me af waarom ik het niet gelijk inbracht toen jij met Deelder en zijn vrije vogel op de proppen kwam.
[0:44] ‘Vogelvlucht ‘ — Stef Bos
Maar ik vlieg zoals een vogel
Ik zoek een nieuwe tijd
Met ruimte voor verschillen
De horizon voorbij
[0:59]
Stef Bos deelt met ‘Vogelvlucht niet alleen het vogelperspectief met Deelder. Ook het breken met een norm krijgt een plekje. Bos lijkt alles dat hem aan de grond houdt los te laten, en er zeker de vruchten van te plukken.
[1:16] ‘Vogelvlucht ‘ — Stef Bos
De angst die is verdwenen
En de schaamte is voorbij
Ik hoef niet meer te worden
Wat ik nooit heb willen zijn
[1:32]
Voor het grootste deel van mijn leven kende ik Stef Bos alleen als de man van Papa en tijdens het op één-na-grootste deel werd daar alleen Is dit nou later? aan toegevoegd. Maar in de afgelopen twee jaar ben ik steeds meer voor de kerel gaan voelen. Ik heb het gevoel dat Bos woorden durft te geven aan dat waar Spinvis omheen zingt. Waar Spinvis het leven bezingt, zingt Bos het leven zelf. Beide hebben hun charme—en ik ben heel benieuwd wat er gebeurt als ze eens van profiel zouden wisselen. In ieder geval gaan Stef en ik niet zover terug als Spinvis en ik, maar, wetende dat we elkaar volgende week weer eens normaal spreken, en de brieven er weer bij pakken, denk ik dat Stef ons een eind op weg kan helpen. Hoe precies, laat ik nog even in het midden liggen. Geniet eerst maar even van dit, wat ik niet anders kan omschrijven dan bevrijdende, nummer.
Tot volgende week Koen!
Liefs,
Marc
[3:22]
Kijken naar de hemel
Dromen van wat komt
Zoek niet meer een antwoord
Vraag niet meer waarom
Eindelijk is het later
Eindelijk ben ik weg
De ruimte is oneindig
Zolang je maar je grens verlegd
[3:40]